Eigenwijze hondenrassen en wat je ermee moet

Kinderen van drie kunnen koppig zijn, pubers ook, maar sommige honden doen daar niet voor onder. Iedereen kent wel zo’n hond met een eigen willetje. De een smelt bij het zien van zo’n karaktervol beest, terwijl de ander het vooral als een uitdaging ziet. En dan heb je nog mensen die er stiekem een beetje bang van worden. Hoe dan ook, eigenwijze honden zijn er genoeg, en ze maken het leven vaak nét iets interessanter.

Het opvoeden van een hond met karakter vraagt wat geduld. Een beetje humor helpt ook. Als je denkt dat je alles onder controle hebt, besluit je hond net op dat moment om iets totaal anders te doen. Toch is het niet alleen lastig. Wie goed met die koppigheid weet om te gaan, krijgt er een unieke band voor terug. En laten we eerlijk zijn: een beetje eigenwijsheid maakt het leven toch leuker?

 

Wat bedoelen we eigenlijk met ‘eigenwijs’?

Voordat we in de hondenrassen duiken, is het handig om eerst even stil te staan bij wat we nou eigenlijk bedoelen als we zeggen dat een hond ‘eigenwijs’ is. Meestal gaat het om honden die zelfstandig denken. Die dus niet automatisch doen wat je van ze vraagt, maar eerst even afwegen of ze daar zelf ook zin in hebben.

Deze honden zijn vaak slim. Ze snappen precies wat er gebeurt, maar kiezen ervoor om niet altijd mee te werken. Het is niet per se ongehoorzaamheid, eerder een soort vasthoudendheid. Een hond die denkt: “Ik hoor je wel, maar ik weet niet of ik dit nu ga doen.” En dat maakt ze soms lastig te trainen, maar óók ontzettend grappig.

 

Een paar rassen die bekend staan om hun eigen wil

Niet elke hond is even gevoelig voor gezag. Sommige rassen zijn gewoon gebouwd op onafhankelijkheid. Hieronder vind je een paar van die types waarvan bekend is dat ze niet altijd even volgzaam zijn.

 

Engelse bulldog

Je zou het misschien niet denken als je zo’n lobbes op de bank ziet liggen, maar de Engelse bulldog kan behoorlijk koppig zijn. Deze hond staat bekend om zijn zachte karakter, maar is vooral ook heel goed in niks doen.

Heb je een wandeling gepland terwijl hij liever blijft liggen? Succes. De kans is groot dat je ‘m moet overhalen met een koekje of drie. Hij is niet boos, niet gestrest, gewoon niet van plan om op te staan.

 

Dalmatiër

Dankzij de beroemde Disney-film kennen we de dalmatiër vooral als een vrolijke hond met veel stippen. Maar in werkelijkheid is het een ras dat behoorlijk lang in de puberteit blijft hangen. Als je ‘m roept, komt hij niet per se direct.

Zeker niet als er iets beweegt in de verte dat interessanter is dan jij. Het goede nieuws? Ze zijn slim. Als je eenmaal weet hoe je hem moet aanpakken, krijg je een hond die goed kan leren. Maar makkelijk is het niet altijd.

 

Beagle

De beagle is het schoolvoorbeeld van hoe mensen zich een hond voorstellen. Klein tot middelgroot, vrolijk, flaporen. Maar laat je niet misleiden door zijn schattige uiterlijk. Beagles zijn van oorsprong jachthonden, en dat merk je. Als ze ergens een geur oppikken, zijn ze weg.

Niet omdat ze ongehoorzaam zijn, maar omdat hun instinct het overneemt. Ze zijn trouw aan hun baasje, maar ze hebben ook zo hun eigen prioriteiten.

 

Corgi

De corgi heeft de laatste jaren een flinke populariteitsboost gekregen, mede dankzij zijn komische uiterlijk. Kleine pootjes, lange rug, altijd een vrolijke blik. Maar die vrolijke blik kan snel veranderen in een eigenwijze houding als je hem niet duidelijk maakt wie de baas is.

Een corgi is slim en leert snel, maar raakt ook snel afgeleid. Als pup is het extra belangrijk om grenzen te stellen. Anders krijg je een hond die alles zelf wel regelt.

 

Teckel

Klein, lang en met een blik die zegt: “Wat moet je van me?” De teckel is een ras met een karakter dat groter is dan z’n lijf. Hij komt uit de jachtlijn en dat betekent dat hij graag zijn neus volgt. En nee, hij wacht dan niet op jouw toestemming.

Een teckel blaft veel, houdt zijn eigen tempo aan en vindt kinderen vaak maar druk gedoe. Als je geen ervaring hebt met honden, kan een teckel je behoorlijk uitdagen. Maar als het klikt, heb je een trouwe kameraad.

 

Waarom nemen mensen eigenlijk een hond?

Al sinds de oertijd leven mensen samen met honden. Ze hielpen bij de jacht, bewaakten het kamp en boden gezelschap. Inmiddels zijn de meeste honden niet meer nodig voor praktische taken, maar zijn ze vooral onze huisgenoten. En dat gaat in veel gevallen prima. Honden geven structuur, gezelschap en onvoorwaardelijke liefde.

Tegelijkertijd zijn er ook zorgen. Door overfok ontstaan er steeds meer honden met gezondheidsproblemen. Denk aan mopshondjes die nauwelijks adem kunnen halen of andere rassen die kampen met gewrichtsklachten.

Daarom wordt er steeds vaker gewezen op het belang van het adopteren van een hond uit het asiel of van een herplaatser. Die dieren verdienen net zo goed een warm thuis en zijn minstens zo leuk als een rashond.