Ergens wonen is één ding, je er thuis voelen is iets anders. Zeker als je in een land woont waar je de taal nog niet helemaal spreekt, je familie ver weg is en je je dagen vult met werken. Voor arbeidsmigranten is het extra belangrijk dat hun woonplek meer wordt dan alleen een bed om in te slapen. Want op een onbekende plek kan het leven soms best eenzaam aanvoelen, hoe sterk je ook bent.
Daarom is het zo waardevol als een woonplek voelt als een veilige haven. Een omgeving waar je jezelf mag zijn, waar je mensen om je heen hebt die je groet bij het binnenkomen, en waar het oké is om mee te doen of juist even alleen te zijn. Juist bij huisvesting via een organisatie als Lento is daar ruimte voor, zolang je het maar bewust vormgeeft.
Laat de gezamenlijke ruimte echt een ontmoetingsplek worden
In veel woningen zijn er gedeelde keukens of woonkamers, maar die worden lang niet altijd benut als ontmoetingsplek. Terwijl dat juist het verschil kan maken. Een keuken waarin mensen samen kunnen koken, biedt meteen een kans om elkaar te leren kennen. Als iemand uit Polen pierogi maakt of iemand uit Spanje tortilla bakt, is het ineens meer dan een maaltijd, het wordt een verhaal dat je deelt.
Ook een gezamenlijke woonkamer kan uitnodigend zijn als je het een beetje gezellig maakt. Denk aan een comfortabele bank, een grote tafel waar je samen aan kunt zitten, en misschien wat spelletjes of een televisie met internationale zenders. Het hoeft allemaal niet perfect, maar een ruimte die warm en welkom voelt, nodigt vanzelf uit tot contact.
Doe samen iets dat verder gaat dan alleen praten
Een band opbouwen gaat vaak makkelijker als je samen iets doet. Niet iedereen vindt het makkelijk om uit zichzelf een praatje te maken, maar samen een potje tafelvoetbal spelen of een film kijken breekt het ijs zonder dat je het doorhebt. Door regelmatig laagdrempelige activiteiten te organiseren, ontstaat er iets wat veel mensen missen als ze van huis weg zijn: een beetje gemeenschap.
Een barbecue in de zomer, een spelletjesavond, of gewoon af en toe met z’n allen koken. Het hoeft allemaal niet ingewikkeld te zijn. Juist het gewone samenzijn doet het ’m. En het mooie is: als de drempel eenmaal laag ligt, gaan mensen zelf ook ideeën aandragen.
Taal als brug naar verbinding
Taal is vaak een van de grootste uitdagingen als mensen uit verschillende landen samenwonen. Je wilt graag met elkaar praten, maar hoe doe je dat als je elkaar maar half begrijpt? Juist dan helpt het om kleine stappen te zetten. Denk aan een woordenlijst met simpele zinnen in meerdere talen, of misschien zelfs een bord aan de muur met veelgebruikte woorden zoals ‘eet smakelijk’, ‘slaap lekker’ of ‘moet ik helpen?’.
Ook het organiseren van korte taallessen of taalmaatjes kan helpen. Mensen die elkaar een paar keer per week helpen met oefenen, raken niet alleen beter in taal, ze leren elkaar meteen wat beter kennen. En dat opent weer nieuwe deuren.
Iedereen mag meepraten, dat maakt het van iedereen
Mensen voelen zich pas echt thuis op een plek als ze daar ook hun mening mogen geven. Als ze merken dat wat ze zeggen serieus genomen wordt. Daarom is het slim om bijvoorbeeld elke maand een moment te plannen waarin bewoners samen kunnen komen om ideeën te delen. Dat kan over van alles gaan: van wie de afwasmachine moet bijvullen tot welke activiteiten ze leuk zouden vinden.
Zo geef je mensen de kans om bij te dragen. Dat kan klein zijn, zoals iemand die voorstelt om een plant neer te zetten, of groot, zoals iemand die een gezamenlijke schoonmaakactie organiseert. Maar wat het ook is, het laat zien dat ieders stem telt.
Respect voor ieders behoefte aan rust
Niet iedereen is altijd in voor een praatje. En dat hoeft ook niet. Sommige mensen komen juist thuis om even alleen te zijn, om op te laden na een lange werkdag. Daarom is het goed om bij het inrichten van een woonplek ook te denken aan plekken waar je je even kunt terugtrekken.
Een eigen kamer met een deur die dicht kan, of een rustige plek in huis waar je even kunt zitten zonder gestoord te worden, is minstens zo belangrijk als de gedeelde woonkamer. Het gaat erom dat mensen zelf kunnen kiezen of ze contact zoeken of liever even op zichzelf zijn. Die vrijheid maakt dat mensen zich op hun gemak voelen.
Een warme sfeer begint bij kleine dingen
Wat een plek warm maakt, zit vaak in de details. Een huis waar iemand goedemorgen zegt als je binnenkomt. Waar af en toe iemand koffie zet voor iedereen. Waar ruimte is om te lachen, maar ook om gewoon stil te zijn. Zo’n plek voelt vertrouwd. Het zijn die kleine gebaren die maken dat mensen zich gezien voelen, ook als ze ver van huis zijn.
Een gevoel van thuis zit niet in de meubels of de kleur van de muur, maar in de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Als je met oprechte aandacht kijkt naar wat mensen nodig hebben om zich welkom te voelen, ontstaat er vanzelf iets moois. En wie zich welkom voelt, durft ook zelf iets te geven.